La phrase avec ‘si’

‘Si’ is een veelzijdig woordje in het Frans. Iedereen kent het als het bevestigende en weerleggende ‘Jawel!’ op een negatief gestelde vraag. Of als ‘zo’ in ‘si grand’. Daar gaan we het echter nu niet over hebben.

We gaan ‘si’ behandelen als het voegwoord in de voorwaardelijke bijzin. Je kan van Frans zeggen wat je wil, maar soms zit het vrij logisch in mekaar. Zo ook bij het gebruik van de voorwaardelijke bijzin, in grammaticaboeken vaak vermeld als ‘la phrase avec si’.

Als het regent, moet je schuilen

“S’il pleut, il faut s’abriter.“

We zitten hier met een veronderstelling die nu waar kan zijn of later waar kan worden. Misschien regent het nu, misschien niet. Eventueel gaat het regenen, eventueel niet.

Wat de bijzin (la ‘subordonnée’) met ‘si’ betreft, kan je geen kant op. Je moet de ‘indicatif présent’ gebruiken. Voor de hoofdzin heb je meer speling. Je kan ook zeggen of schrijven:

“S’il pleut, il faudra s’abriter.“

Of je kan nog strenger zijn en de handeling van de hoofdzin formuleren als een bevel.

“S’il pleut, abritez-vous.“

Wat leren we hieruit?

Bijzin: Si + ‘indicatif présent’ => Hoofdzin: ‘indicatif présent’ of ‘futur simple’ of ‘impératif’.

Als ik rijk was, zou ik een wereldreis maken

“Si j’étais riche, je ferais un voyage autour du monde.“

Ik ben niet rijk, dus we spreken hier van een irreëel feit. Wat niet is, kan echter nog komen. Later eventueel. En dan vertrek ik. Op wereldreis.

Het Frans is hier vrij rigide. Je zou in het Nederlands ook kunnen zeggen:

“Als ik rijk zou zijn, zou ik een wereldreis maken.“

Of:

“Als ik rijk was, maakte ik een wereldreis.“

Hoe het Nederlands de hoofd- en bijzin ook formuleert, in het Frans is er maar 1 mogelijke combinatie:

Bijzin: Si + ‘imparfait’ => Hoofdzin : ‘conditionnel présent’.

Wie durfde daar beweren dat Frans moeilijk is?

Als ik sneller gelopen had, zou ik de wedstrijd gewonnen hebben

“Si j’avais couru plus vite, j’aurais gagné le concours.“

Hier is 1 zaak duidelijk. Ik heb de wedstrijd niet gewonnen omdat ik niet snel genoeg gelopen heb. En we zijn hier aan het praten over het verleden, dus ik kan dat niet meer goedmaken. Deze veronderstelling kan niet meer waar worden.

In het Nederlands kan je dit ook weer een beetje anders formuleren:

“Als ik sneller gelopen had, zou ik de wedstrijd gewonnen hebben.“

Of:

“Als ik sneller gelopen had, had ik de wedstrijd gewonnen.“

Hoe het Nederlands de hoofd- en bijzin ook formuleert, in het Frans is er weer maar 1 mogelijke combinatie:

Bijzin: Si + ‘plus-que-parfait’ => Hoofdzin : ‘conditionnel passé’.

Frans zit logisch in elkaar dus.

Conclusie

Met de drie constructies die we hierboven beschreven hebben, kunnen we in het Frans de voorwaardelijke bijzin vormen. Los van hoe we in het Nederlands de zin formuleren. Uiteraard is het ook belangrijk te weten hoe we al die benodigde tijden, zoals de ‘conditionnel présent’, de ‘plus-que-parfait’ en de ‘conditionnel passé’, vormen. Dat bespreken we dan weer in een toekomstige blog…

Een bedenking nog: uiteraard kan je de hoofdzin ook vooraan zetten. Dat verandert niks aan de betekenis:

“J’aurais gagné le concours, si j’avais couru plus vite.“

Previous
Previous

Les verbes pronominaux: inleiding

Next
Next

Le passé récent et le futur proche